Lichte bedrijfswagens
Tachograafplicht voor bedrijfswagens vanaf 2.500 kg en bijzondere categorieën
Vanaf 1 juli 2026 geldt de tachograafplicht ook voor voertuigen vanaf 2,5 ton toegestane maximum massa (TMM). Dan moeten bedrijfswagens die voor commerciële doeleinden over de grens gaan (zelfs als dit maar één keer gebeurt) ook voorzien zijn van de tweede versie slimme tachograaf (Gen2v2). Voor veel bedrijven zal dit de eerste kennismaking zijn met de tachograaf en de bijkomende verplichtingen. Als je met je bedrijf alleen binnen Nederland werkzaam bent, blijft de tachograafrichtlijn 3,5 ton TMM.
N.B. Let op bij batterij-elektrische bedrijfswagens (ECV); deze kunnen op basis van hun gewicht ook in categorie N1 vallen.
Belangrijk om te weten:tachograafplicht voor privé voertuigen > 7,5 ton
Voertuigen > 7,5 ton vallen op basis van hun TMM onder de tachograafwet en daarom moeten bijvoorbeeld motorhomes en campers niet alleen uitgerust zijn met een tachograaf, maar dienen ze zich ook te houden aan de rij- en rusttijdenwet. Privébezitters van een dergelijk voertuig komen niet in aanmerking voor een bedrijfskaart en kunnen de tachograaf daarom niet “locken” op een bedrijf, wat wettelijk verplicht is. De tachograafdata die periodiek moet worden uitgelezen is daardoor niet toegekend aan een bedrijf en dat wordt gezien als een overtreding.Ten tijde van de voorbereiding van dit magazine werd de tachograafplicht voor dit type privévoertuigen nog besproken door de Europese instanties.
Geldt de tachograafplicht voor jouw voertuig(en)?
- Neem altijd contact op met de ILT (www.ilent.nl) als je twijfelt.
- Plan vóór 1 juli 2026 een inbouwafspraak bij een gespecialiseerde werkplaats.
--> Let op: niet alle werkplaatsen voor bedrijfswagens hebben deze expertise. - Leer hoe je de tachograaf moet gebruiken; de ILT zal hierop controleren.
- Vraag een bedrijfskaart aan.
- Vraag voor iedere chauffeur die een tachograaf moet gebruiken een chauffeurskaart aan.
Gelden er vrijstellingen in bepaalde landen?
Internationale vrijstellingen zijn in alle EU-landen en in IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein van toepassing. Deze vrijstellingen staan in artikel 3 van EU-verordening 561/2006. Maar ook in ons eigen land geldt een aantal vrijstellingen.